BLOGS


Algemene voorwaarden B2C – aanpassing vereist vanaf 1 september 2023

Op 24 mei 2023 werd het nieuwe Boek XIX van het Wetboek Economisch Recht goedgekeurd. Boek XIX WER regelt de minnelijke invordering van schulden bij betalingsachterstand van consumenten en legt enkele bijkomende verplichtingen op in hoofde van de schuldeiser.
De regels zijn van toepassing op nieuwe overeenkomsten en nieuwe schulden vanaf 1 september 2023 en op alle invorderingen vanaf 1 december 2023.

Sedert deze wetswijziging moet je aan de consument een gratis eerste herinnering sturen.
Na deze eerste herinnering mogen de herinneringskosten maximaal 7,50 euro (inclusief verzendkosten) bedragen.
Noteer ook dat die gratis eerste herinnering verschillende verplichte vermeldingen moet bevatten.

Zo moet je minstens het te betalen saldo vermelden en melden welke bijkomende kosten er (na 14 dagen) extra zullen worden aangerekend bij niet-betaling.
Op eenvoudig verzoek moet je eventueel gevraagde extra informatie bezorgen aan je klant: bv. het bewijs van bestelling/levering, of enige andere relevante informatie die de consument bij je zou opvragen.

Daarnaast kan je het schadebeding enkel inroepen wanneer je een wachttermijn van 14 kalenderdagen respecteert.

Wanneer je de herinnering elektronisch verzendt, gaat deze termijn in op de kalenderdag die volgt op de dag van verzending.
Verwittig je de consument per post, dan gaat de termijn in op de derde werkdag na verzending.

Verwijlinteresten beginnen pas te lopen vanaf een termijn van 14 dagen. Voor kmo's (tot en met 50 werknemers) wordt een uitzondering voorzien.
Als kmo kan je beslissen om de verwijlinterest te laten lopen vanaf de dag volgend op de eerste herinnering, wanneer de consument zijn schuld niet heeft betaald binnen de termijn van 14 dagen (maar dan moet je het wel zo opnemen in je voorwaarden).

Om je op het schadebeding te kunnen beroepen, moet je altijd een eerste gratis herinnering sturen en een wachttermijn van 14 dagen respecteren.

In je algemene voorwaarden moet je nu ook rekening houden met de wettelijke grenzen op het vlak van de hoogte van de verwijlinteresten en de forfaitaire schadevergoeding.

Verwijlinteresten mogen niet hoger zijn dan de interestvoet zoals bepaald in de wet van 2 augustus 2002, vermeerderd met acht procentpunten,

Bovendien mag het bedrag van de forfaitaire schadevergoeding niet hoger zijn dan:

20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk is aan 150 euro;

30 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo zich situeert tussen 150,01 en 500 euro;

65 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro, met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger is dan 500 euro.

Als je je voorwaarden niet aanpast is de klant automatisch vrijgesteld van de betaling van het schadebeding. Stel dat het schadebeding in je algemene voorwaarden de wettelijke grenzen overschrijdt, dan wordt dit beding als niet-geschreven beschouwd.
Je kan dan geen andere schadevergoeding meer eisen, maar enkel nog aanspraak maken op verwijlinteresten tegen de wettelijke interestvoet (5,25% voor 2023).

Het niet-respecteren van de nieuwe verplichtingen wordt ook gesanctioneerd met een geldboete van 26 tot 10.000 euro of tot 4% van uw totale jaaromzet.

Zeker doen dus !